In de tijd van Israël lag er bij de deur van de schaapskooi een wachter te slapen, waardoor de schapen niet naar buiten konden. Als de herder kwam, riep hij de schapen naar buiten. Johannes de Doper was voor het volk Israël deze wachter, die de komst van de goede Herder aankondigde en over Hem zei: 'Zie, het Lam!'

Nu is Hij gekomen, de goede Herder, die de Zijnen uit de stal haalt, dat zijn de uitverkoren Joden uit het Jodendom. Je moet een schaap worden, wedergeboren worden, om Zijn stem te verstaan. De blindgeborene uit Joh.9 is zo'n voorbeeld van een schaap die de Heer geroepen heeft uit de stal; hij is ook door de Joden uitgeworpen.

Er is maar één deur: Ik ben de deur. Er zijn geen twee wegen tot behoud. Alle anderen zijn dieven en rovers. Het grote verschil is dat de goede Herder Zijn leven vrijwillig aflegt voor de schapen. Stel je vertrouwen op Hem, want Hij laat je nooit in de steek, ook al zullen menselijke herders dat wel soms doen.

In vers 16 spreekt de Heere over één kudde: een nieuwe kudde die bestaat uit christenen uit de heidenen en christenen uit de Joden. Er wordt niet meer over de stal gesproken.

De Heere heeft macht Zijn leven af te leggen (vs 18). De mensen beschuldigen Hem van het hebben van een demon. Demonen zijn altijd direct verbonden met afgodendienst. Als je je daarvoor openstelde, kon het dat een demon in je ging wonen. Men beschuldigde de Heere zelfs daarvan. Ergens anders in de Schrift noemt de Heere dit de zonde tegen de Heilige Geest, die niet vergeven kan worden. Dit heeft betrekking op mensen die de Schrift kenden, Hem Zelf gezien hebben en Zijn werken en wonderen zagen en dan toch tot de conclusie komen dat de duivel in Hem was. Als je zo ver bent, is er geen weg terug.

'Ik en de Vader zijn Eén' (vs 30). Het woord één betekent dat zij volledig één zijn in substantie, het is niet te scheiden. En voor wie wel eens twijfelt, belooft God: 'niemand kan hen rukken uit de hand van Mijn Vader' (vs29). Je blijft Zijn schaap. De aanklager Satan zal je altijd blijven aanklagen, maar de Heer heeft Zijn leven gegeven en de prijs betaald, dat is zeker. Satan probeert wel ons te laten twijfelen aan ons geloof. Kijk dan naar Hem.

De reactie van de Joden is, dat ze Hem wilden stenigen, volgens de voorschriften van het O.T.

De eerste keer dat het woord Lam in het O.T. voorkomt, is bij Abraham en Isaak, waar de jongste vraagt: 'waar is het Lam?'.

In het N.T. zegt Johannes de Doper over de Heere: 'Zie, het Lam' (eveneens de eerste keer dat dit woord voorkomt in het N.T.). De grote vraag is beantwoord: de Heere Jezus is het Lam dat verzoening kwam doen.