Download details |
In dit hoofdstuk van de tweede Corinthebrief schrijft Paulus aan de Corinthiërs dat zijn brief aan hen in plaats van direct zelf te komen met goede bedoelingen gedaan is. Hij wil hen de tijd geven om orde op zaken te stellen in de gemeente, hetgeen zoals later zal blijken, ook gedaan is en die Paulus veel vreugde bezorgde. Hij laat in dit gedeelte zien wat de weg van bekering en herstel na zonde is en hoe God dat voor Zijn gemeente bedoeld is. We zien hier dan ook het hart van de apostel voor de gemeente waarin ook zijn eigen leven van pijn en moeite illustratief is voor de weg van het kruis. Maar bovenal ook de weg van herstel en verzoening. En juist daarin ligt ook zijn grote vreugde omdat hij daarin zo’n groot navolger van de Heer Jezus is.