Download details |
De meningen over de farizeeën zijn nogal verdeeld. Maar ze zijn ontstaan als reactie op het afdwalen van God door het volk. Ze wilden zich opnieuw toewijden aan God. In tegenstelling tot de Herodianen had God betrekking op alle aspecten van hun dagelijks leven. En anders dan de Essenen bleven ze onder de mensen. De Zeloten gebruikten geweld, maar de farizeeën vertrouwden op Zijn kracht. In tegenstelling tot de sadduceeën beperkten ze zich niet tot de boeken van Mozes. Ze zochten de betekenis achter de verzen. Er is veel overeenkomst tussen de farizeeën en huidige evangelisch-orthodoxe christenen. Bij de farizeeën lag de nadruk op heiliging en reiniging. Ze hadden een levendige Messias verwachting. Maar toen Hij kwam, hebben ze Hem toch niet herkend. Wat is er misgegaan?
(37) Een dergelijke uitnodiging was een eer. Een farizeeër nodigde niet vaak iemand uit, uit angst om verontreinigd te worden. De Heere Jezus waste zich bewust niet. (38-41) Hier zit de kern. De farizeeër is bezig met de buitenkant en niet met het hart. Het gaat hem om wat je doet en laat zien. Het gaat de Heere om wat er in ons hart leeft en Hij wil dat we de binnenkant van ons hart reinigen. Dat kan alleen met Zijn bloed. Hij begint met de binnenkant!
(42) De farizeeën waren heel serieus met de tienden. Ze gaven overal tienden van. Maar ze maakten een denkfout. Als ze zich maar aan de regeltjes hielden, zouden ze uiteindelijk rechtvaardig worden. Ze waren het zicht op het oordeel en de liefde van God kwijt. Hoe anders is de Heere Jezus? Hij sprak over de liefde van God en gaf zijn leven voor ons. (43) Een farizeeër kwam niet graag op de markt. Bij thuiskomst zou hij zich moeten reinigen. Toch genoot hij van de begroetingen op de markt. Daar zijn wij toch ook wel een beetje gevoelig voor; als we een beetje eer krijgen. De Heere is gekomen om te dienen en gedroeg zich als een slaaf. Hij waste de voeten van anderen. Hij gaf alles op voor de eer van God, zelf zijn plaats aan de rechterhand van God. In plaats van begroet, werd hij bespot en geslagen. (44) De Heere zegt eigenlijk dat zij anderen onrein maken. Hij zocht zelf de reinheid van anderen en raakte melaatsen aan. Wat een verschil! (45-46) Hij zei "komt tot Mij die vermoeid en belast zijt". Hij helpt ons. De wetgeleerde legt alleen maar uit wat anderen moeten doen. (47-51) De Heere Jezus was de grootste profeet en apostel. Een profeet laat je zien wat er in je hart is. Hij werd er om gedood. Hij gaf Zijn leven.