Download details |
In het Johannes-evangelie wordt de Heere Jezus voorgesteld als de Zoon van God. Hij is in die zin eenzaam en alleen. Hij wordt niet begrepen door de mensen, ook niet door Zijn broers! De Heere Jezus heeft tijdens Zijn leven niet meegemaakt dat Zijn broers tot geloof kwamen. Het geloof blijft altijd een persoonlijke keus. Zelfs in het huisgezin van Maria, geloofden Zijn broers niet. Dat is wel een moeilijke weg voor de Heere Jezus, maar ook voor u als u dit meemaakt.
De Heere Jezus gaat naar het feest van de Joden. Dat is het Loofhuttenfeest. Het Loofhuttenfeest is het laatste feest van de 7 feesten des Heeren. Tijdens 3 feesten gingen de Joden naar Jeruzalem. Het Pinksterfeest, het Pascha en het Loofhuttenfeest. Het Loofhuttenfeest is in de tijd dat Israël eindelijk rust krijgt: men haalt de oogst binnen. Men kijkt terug en ook vooruit. Men kijkt vooruit naar de tijd dat de Heere Jezus Zijn Koninkrijk op aarde zou vestigen. Dan zou er vrede zijn en men zou verlost zijn van de vijand.
De broers van Jezus dagen hem uit om naar Jeruzalem te gaan om Zich bekend te maken op het feest. Als antwoord zegt Hij: Mijn tijd is nog niet aangebroken, maar uw tijd is er altijd (vs.6). En de wereld haat Mij (vs.7). Als christen kom je daar ook achter dat als je de Heere Jezus zo voorstelt, zoals Hij in de Schrift staat, je door mensen gehaat zult worden. Je ziet dat wereldse systemen die veel onder invloed van Satan zijn een grote haat hebben tegen de Joden en de naam van de Heere Jezus. Nu krijg je agressie over je heen als je van Hem getuigt. De Heere Jezus werd vervolgd en gehaat en dat zal je als christen ook meemaken. Als je nooit tegenstand ervaart, kan je je afvragen over je wel juist over Hem spreekt.
De tijd dat de Heere Jezus Koning zal zijn, ligt in de toekomst.
Jezus gaat in het verborgen naar het feest en de Joden zochten Hem (vs.11). Als er over 'de Joden' gesproken wordt, gaat het over de leiders van de Joden in Jeruzalem. De Joden zijn verbaasd dat Jezus zo'n kennis heeft van de Schrift zonder dat Hij bij een belangrijke leerschool van rabbijnen is geweest. Goed onderwijs krijgen is niet een zaak van een goed intellect. Het is goed om bereid te zijn om de stem van God te horen. Vaak kan je zelf van te voren een mening hebben, zoals deze mensen. Als ze dan de Heere Jezus horen spreken, reageren ze 'zo is het mij nooit geleerd.' Het is goed om als je de Bijbel leest, altijd eerst te bidden dat Hij je hart opent en ook de wil geeft om Zijn wil te doen. Je moet klein worden. Dan weet je ook als je iets hoort of dat van God of van de mens is.
'U zult Mij zoeken, maar niet vinden, en waar Ik ben, kunt u niet komen' (vs.34). Als je niet zelf gelooft, kan je niet bij de Heere in het Vaderhuis komen.
Op de laatste dag van het feest roept Jezus: 'Als iemand dorst heeft, laat Hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. (vs.37,38). Op de laatste dag van het feest gooide men water uit bij het altaar. Dit was een herinnering aan het water van de rots bij Mozes. Hoofdstuk 7 van Johannes heeft niet als thema bekering, maar het gaat een stap verder. Jezus zegt eigenlijk: als je Mijn kracht wilt ervaren in je leven, ontvang dan het water in je hart. De Heilige Geest is het die je kracht geeft. Als je hart vol is en gevuld, dan zal het overvloeien en zul je anderen tot kracht en zegen doen zijn. Je kunt het vergelijken met een glas water dat vol is en overstroomt. De Griekse woorden geven aan dat dit een proces is dat altijd voortduurt. Je moet altijd bij Hem komen en dan zullen er altijd stromen van levend water uit je vloeien. Dat kan als je elke dag tot Hem komt. Je kunt als christen niet teren op ervaringen van vroeger. Het is goed om je te wennen aan elke dag Bijbel lezen, want je kunt het ook gemakkelijk ontwennen.
'En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was' (vs 39).
In Genesis zweefde de Geest Gods over de wateren, de Heilige Geest was niet voortdurend op aarde. David roept ook in Psalm 51:13 'en neem Uw Heilige Geest niet van mij weg.' De Heilige Geest kon David aangrijpen, maar Hij kon ook weer weggaan. Met Pinksteren is de Heilige Geest in de gemeente gekomen. We zijn nu verzegeld door de Heilige Geest, Hij is in ons. Dit betekent ook dat we in een nieuwe bedeling zijn gekomen. De aartsvaders, David en de Profeten hadden dit voorrecht niet.
Bij de doop van de Heere Jezus kwam de Heilige Geest in de gedaante van een duif. Met Pinksteren dat met het symbool vuur. Dit betekent dat als de Heilige Geest in je leven komt, Hij een heleboel te verbranden heeft dat niet Gods toetssteen kan doorstaan. Bijvoorbeeld hoogmoed, laster, egoïsme enz. Bij de Heere Jezus was er niets te veranderen, Hij was zuiver en rein.
De Joden vragen zich vanaf vers 40 af wie de Christus nou is. Soms sta je verbaasd waarom de Heere Jezus hen niet antwoord. Hij had toch gemakkelijk kunnen zeggen dat Hij wél in Bethlehem geboren is? Maar dit hoofdstuk gaat niet over het verstand, maar over het hart. Sommige mensen zouden bij allerlei bewijsvoeringen toch niet gaan geloven. Als je niet de wil hebt om God te leren kennen, zul je bewijs op bewijs krijgen, maar toch niet geloven.
In Rom.3:11,12 staat dat er niemand is die God zoekt, zelfs niet één. Daarom is de Geest gekomen, die ons hart kan aanraken, waardoor we het verlangen krijgen om tot God te komen. Zodra je het evangelie hebt aangenomen, besef je dat dit Gods werk is geweest.
De Joden wilden Hem grijpen, maar dat lukte niet. De Heere Jezus bepaalde Zelf wanneer het Zijn tijd was.
Aan het eind gaat ieder naar zijn eigen huis. De mensen hadden het gezien, maar ze leven hun eigen leventje verder. De Heere heeft gesproken, maar er lijkt niets veranderd te zijn. We lezen eigenlijk alleen maar van tegenstand. Soms lijkt het of woorden weinig effect hebben. Maar als je elke dag leest uit Zijn Woord, maakt dat wel verschil!