Maria gaf een pond zuivere nardus aan de Heere om Hem te zalven. Het was voor haar een groot offer en ze doet dat met het oog op Zijn begrafenis. Het hele huis werd met de geur vervuld van stille aanbidding. Het werd door anderen niet begrepen. Als je stille tijd hebt met de Heere, is dat ook een tijd van aanbidding. Anderen zullen dat aan je merken.

In die dagen waren er wel ongeveer 1 miljoen mensen in Jeruzalem. Bij de intocht van de Heere Jezus moet het een enorm lawaai geweest zijn, maar het kostte de mensen niets. Een overwinnaar komt altijd op een wit paard. De Heere kwam op een ezel, Hij kwam om te dienen. Aanbidding heeft niet per sé te maken met veel lawaai en veel mensen. Het kan heel klein en persoonlijk zijn, het kost vaak een offer.

Vers 21. Filippus was een Griekse naam en in de streek van Bethsaïda werd ook Grieks gesproken. Onder de massa waren er toch mensen die écht de Heere wilden zien.

Vers 28. Er zijn maar een paar mensen, die de stem van God hebben verstaan. Het begint er mee dat je de Heere Jezus wilt zien en het eindigt ermee dat je Zijn stem leert verstaan voor je leven.

Er zijn 3 kenmerken voor het leven van een christen.

1. vers 23, 24. Erken dat de Heere alles voor je heeft gedaan, dat je zelf niets kan toevoegen. Het is 100 % genade waardoor we bij God kunnen komen. Daarom mogen we bij het avondmaal steeds daar aan terugdenken, dat Hij voor ons gestorven is.

2. Vers 25. Wie zijn leven haat: dat betekent dat jij wilt dat jouw leven op de tweede plaats staat. De Heere moet op de eerste plaats staan.

3. Vers 26. Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen. Het is niet andersom. De verloren zoon was ook alleen, maar de Vader stond wel klaar om hem te ontvangen. Als je Hem volgt, zul je een weg gaan, die niet eenvoudig is. Tegenstand en lijden horen bij het volgen van Hem, om Christus' wil. Dan zul je ook de stem uit de hemel verstaan.