In Zacharia 12 vinden we het eerste gedeelte van de laatste last, een godsspraak over Israël. In deze laatste drie hoofdstukken vinden we het oordeel van de Heer over het ongelovig deel van het toekomstig Israël, een oordeel dat de Heer zal uitvoeren door de volkeren als Zijn gesel te gebruiken maar dat uitmondt in Zijn oordeel over de volkeren.
De Heer zal de volkeren naar Israël verzamelen om Israël op de knieën te dwingen hetgeen zal resulteren in de bekering van het overige deel van Israël, waarna de Heer zal verschijnen en er een nationale rouw te midden van het volk zal zijn als reactie op het verschijnen van hun Messias.
In Zacharia 13 vinden het vervolg op de bekering van Israël, de reiniging van volk en land, het verwijderen van de afgoden en de valse profeten. Daar waar in het vorige hoofdstuk de verantwoording van Israël in de verwerping van de Messias breed uitgemeten wordt, vinden we hetzelfde “slaan van de Herder” hier bekeken vanuit het perspectief van de Heer. De verwerping en het oordeel over de goede Herder is altijd onderdeel van Gods heilspaln geweest en was noodzakelijk voor de geestelijke verlossing van het volk.
Het laatste gedeelte bespreekt wat er zal gebeuren in wat we noemen, de grote verdrukking, de dag der benauwdheid van Jakob, waarin een groot deel van het volk zal omkomen.