In hoofdstuk 10 gaat de schrijver verder met de geschiktheid van het offer van de Heer om voor eeuwig zonden te vergeven in vergelijking met de ondoelmatigheid van de offers onder de wet. Wanneer we dan gezien hebben dat er nu volkomen vergeving van zonden is nodigt hij hen uit op grond van dat volkomen werk van de Heer vrijmoedig het hemels heiligdom binnen te gaan. Maar ook roept hij hen elkaar te bemoedigen en aan te sporen. Het verlaten van de Heer is namelijk een zeer ernstige zaak die niet zonder gevolgen is. Maar hij heeft goede hoop voor hen en roept het op terug te kijken, vooruit te zien en op grond daarvan te volharden.
In dit gedeelte zien we de oproep van de schrijver om te volharden onder lijden en verdrukking. Alleen dan zullen we tot heerlijkheid komen zoals God het bedoeld heeft. Dat betekent ook dat we het beloofde niet zullen zien in dit leven maar dat we het in geloof aanschouwen zoals ook de vele, vele gelovigen uit het oude testament ons laten zien. Laten we een voorbeeld aan hen nemen en leren wat het is uit geloof te leven, want dat is waar God behagen in heeft. We worden opgeroepen om ons geloof vast te houden als was het een langeafstandsloop. We putten daarmee kracht uit hen die ons zijn voorgegaan terwijl we onze blik constant gericht houden op ons grote geloofsvoorbeeld, de Heer Jezus Zelf. Hij heeft ons in alles laten zien wat de bedoeling is, waar het toe leidt en dat we Hem daarom zo nodig hebben als onze hogepriester
In dit hoofdstuk richt de schrijver de ogen op de Heer Jezus als het grote Voorbeeld van de weg die een gelovige gaat door pijn, moeite en lijden. Als de Zoon al geleden heeft om tot volmaaktheid te komen, zouden Zijn broeders dan niet dezelfde weg gaan? Maar God heeft een groot doel met dit lijden. Hij laat dit toe opdat de gelovige opgevoed wordt tot geestelijke volwassenheid, ja, meer nog, opdat hij als zoon straks mee zal erven met de Heer Jezus. Dat is de reden waarom God lijden in het leven van Zijn kinderen toelaat. Vandaar de oproep hier open voor te staan en standvastig en volhardend te zijn in het geloof. Vervolgens richt hij weer het oog op wat God allemaal voor ons bereid heeft en laat zien dat de gelovige geen enkele reden heeft terug te keren tot de wet van Mozes. Hij zou zich richten op de verworvenheden van de Heer Jezus onder het nieuwe verbond. Adeldom verplicht....laat de belijdenis van Jezus Christus niet los want God is een verterend vuur!